Je legt uit het verschil een serie- en parallelschakeling in een stroomkring en het effect dat gecombineerde serie- en parallelschakelingen hebben op de stroomsterkte en spanning.

Bij een serieschakeling zijn de componenten achter elkaar verbonden, wat de totale weerstand verhoogt en de stroomsterkte gelijk houdt. Bij een parallelschakeling zijn de componenten parallel verbonden, wat de totale weerstand verlaagt en de stroomsterkte verdeelt. Gecombineerde schakelingen hebben complexe effecten op stroomsterkte en spanning.

Leerdoel V1.1.1: 

Je formuleert een doelstelling aan de hand van een probleemstelling. Een doelstelling is een specifiek doel dat je wilt bereiken bij het oplossen van een probleem. Het formuleren van een duidelijke doelstelling helpt je om gericht en efficiënt te werken en te begrijpen wat je wilt bereiken.

Leerdoel V1.1.2: 

Je formuleert een onderzoeksvraag en deelvragen bij gestelde problemen, aan de hand van criteria. Een onderzoeksvraag is de centrale vraag die je wilt beantwoorden met je onderzoek. Deelvragen zijn specifieke vragen die je helpen de hoofdvraag te beantwoorden. Het formuleren van heldere en relevante vragen helpt je om je onderzoek gestructureerd en systematisch uit te voeren.

Leerdoel V1.2.2: 

Je maakt een onderzoeksplan en je geeft een eigen logboek vorm, passend bij het onderzoek. Een onderzoeksplan is een gedetailleerd plan dat de stappen en procedures van je onderzoek beschrijft. Een logboek is een document waarin je alle dingen die je hebt gedaan opschrijft met de datum en tijd die eraan is besteed, en resultaten bijhoudt. Door een onderzoeksplan en een logboek te maken, kun je je onderzoek netjes houden en misverstanden tegengaan.

Leerdoel V1.3.2:

 Je voert het onderzoek uit volgens het onderzoeksplan. Het uitvoeren van je onderzoek betekent dat je de geplande stappen en procedures uit je onderzoeksplan volgt. Dit omvat het verzamelen van gegevens, het uitvoeren van experimenten of observaties, en het nauwkeurig vastleggen van je bevindingen. Het volgen van je plan helpt je om betrouwbare resultaten te verkrijgen.

Leerdoel V1.4.1: 

Je verzamelt en verwerkt gegevens met behulp van ICT. Het verzamelen en verwerken van gegevens met behulp van ICT betekent dat je digitale bronnen en technologie gebruikt om informatie te verzamelen, te ordenen en te analyseren. Dit kan bijvoorbeeld het gebruik van spreadsheets, grafieken, databases of online bronnen omvatten om gegevens te verzamelen en resultaten te presenteren.

Leerdoel V1.5.1: 

Je formuleert op basis van de resultaten van het onderzoek één of meerdere conclusies. Op basis van de resultaten van je onderzoek trek je een of meer conclusies. Dit zijn de antwoorden of metingen die het resultaat zijn uit je onderzoek. Het formuleren van conclusies helpt je om de resultaten samen te vatten en een beter begrip te krijgen van het probleem of de vraag die je hebt onderzocht. wij hebben deze periode ook conclusies getrokken (zie onze PO bij pagina verslag en reflectie).

Leerdoel V1.5.2: 

Je gebruikt (in een groepje) de conclusies om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.,  conclusies kun je gebruiken om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag. In een groep kun je samenwerken en de conclusies combineren om tot een gezamenlijk antwoord te komen. Dit helpt met het delen van kennis en inzichten binnen de groep. het antwoord op onze onderzoeksvraag is "als de temperatuur van het water stijgt lost het suiker sneller op", deze is ook op basis van de conclusie getrokken.

Leerdoel V1.6.3: 

 Je verzorgt een presentatie over het uitgevoerde onderzoek, je benoemt daarin de onderzoeksfasen, je geeft antwoord op de onderzoeksvragen en je geeft een conclusie met tips voor vervolgonderzoek. Bij het verzorgen van een presentatie over je onderzoek leg je uit welke stappen je hebt genomen, welke onderzoeksvragen je hebt beantwoord en wat je conclusies zijn. Je kunt ook suggesties geven voor vervolgonderzoek. Dit helpt anderen te begrijpen wat je hebt bereikt en zorgt voor interesse voor je onderzoek.

Leerdoel V1.7.1: 

je benoemt welke onderdelen van het onderzoek goed zijn verlopen, wat er verbeterd kan worden en je geeft beargumenteerde suggesties voor vervolgonderzoek. Bij het evalueren van je onderzoek benoem je de onderdelen die goed zijn gegaan en waar je tevreden over bent. Je noemt ook de punten die verbeterd kunnen worden en geeft beargumenteerde suggesties voor vervolgonderzoek. Dit helpt bij het reflecteren op je werk en het merken van mogelijkheden voor verdere groei en ontwikkeling.